De piano heeft gedronken

Het is 1866 wanneer Enschede wordt aangesloten op het spoorwegnet. Honderdvijftig jaar geleden. Die mobiele mijlpaal werd vorige week luister bijgezet door de stad ook muzikaal aan te sluiten op de rest van het land.

Het was de dienstdoende hoofdconducteur opgevallen dat elk zichzelf respecterend centraal station tegenwoordig een openbare piano beschikbaar stelt aan de wachtende reiziger. Dit nu wilde hij, na het functionele verlies van zijn pannenkoek, het eindpunt van de trein niet onthouden. (Het één heeft niets met het ander te maken, maar de pannenkoek of het spiegelei behoort tot ons cultureel erfgoed en er lijkt mij niets op tegen om de herinnering aan dit onmisbare spoorweg-attribuut levend te houden…)

Helaas miste ik de ingebruikname van het instrument door een ingehuurde Idol , maar een paar uur later stond de pianoforte een beetje eenzaam, de klep uitnodigend open, te wachten op een bespeler.

Een oudere man bekeek het instrument eerst van eerbiedige afstand, benaderde het daarna omzichtig en besloot toen om iets hartigs te nuttigen in de Burger King, die de ooit zo chique stationsrestauratie is komen vervangen. Fastfood in plaats van fast rail. Want laten we eerlijk zijn, sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw doet de trein er nog net zo lang over om in de randstad te geraken. Laat de Twentse Ambassade zich daar eens over buigen, of onze eigen staatssecretaris van Infrastructuur. Mevrouw Dijksma! Sjerrun!

Ach, waarom ook? Waarom zou de mens ergens sneller willen zijn? Mijn oom Joseph was kok op de restauratiewagen, waar je tussen Amsterdam en Enschede een mooie maaltijd kon nuttigen. Als opa en oma op bezoek kwamen hadden ze goed gegeten. En gedronken (opa).

Enfin.

Muziekstad Enschede heeft er een attractie bij en dat mag ook wel na het voorgenomen besluit om Het Orkest van het Oosten te laten fuseren met die uit Gelderland. Wie gaat dat opvangen? De ouwe rockers van Textielbeat, Memphis Heart and Soul? Geen idee. Een paar weken geleden zag ik ijverige culturele ambtenaren overbodige instrumenten aan de wilgen hangen bij het Ei van Ko. Anderen kalkten songteksten op de trottoirs in de hoop dat de mensen muziek op straat zouden maken. Dat alles onder het motto: shoppen in Enschede was nog nooit zo swingend…

De oudere man die op het station een Burger had gegeten, veegde omstandig zijn handen en zijn mond af en liep zonder dralen terug naar de piano en zette zich op de bijpassende kruk. Hij haakte zijn vingers ineen en knakte ze met een droog geluid, als een geoefend muzikant, naar achter. Een donkere vrouw met een klein inbleek kind kwam uit het naast de piano gelegen hokje, waar je pasfoto’s kunt maken. Ze was overduidelijk niet blij met het resultaat.

De man begon te spelen. “Alle Menschen werden Brüder”, begreep ik.

Geplaatst in 2016, Columnist.