Heimwee naar de vlaflip

In het Techniekmuseum in Hengelo staat een jongen van een jaar of tien bij het schaalmodel van de suikerfabriek van Stork. Het model werd gebruikt om dergelijke fabrieken in de hele wereld te verkopen, met name in Nederlands Indië. Net als een oude telefooncentrale, een heuse periscoop en een ratelende telex vormt het schaalmodel een stuk industriëel erfgoed, dat sinds 2005 te vinden is in de oude Wilhelminaschool aan de Industrieweg.
Het is vandaag doe- en draaidag. De kinderen mogen overal aankomen en krijgen uitleg van vrijwilligers. Of van een meegenomen opa, zoals het jongetje, dat gefascineerd naar de suikerfabriek kijkt. Techniek imponeert, zeker robuuste voorbeelden zoals de Triple Expansie Machine.
Het Hengelo’s Educatief en Industrieel Museum, Heim, bestaat vanaf 1983 en is sindsdien een inspiratiebron voor jongetjes – maar ook meisjes – die niet alleen het verleden willen zien, maar ook naar de toekomst kijken. Niks mis mee.

Dat wil zeggen, totdat ook hier de alfa’s aan de macht kwamen. Geen alfamannetjes, maar vrouwtjes. Directeur Lous Kerkhof van het museum, maar ook van kunstenschool Crea, vond het tijd om dwarsverbanden te leggen tussen kunst en techniek en dat moest vertaald worden in een geheel nieuwe huisstijl en naamgeving. Voor het gemak schoof ze ook de muziekschool onder het nieuwe dak en vroeg een Enschedees (sic) bureau om een leuke naam te bedenken.
Bureau Vanille (bedenker van onder andere de vlaflip) bedacht een frisse en toegankelijke naam, fictief, nieuw, kort en bondig. Een heleboel adjectieven voor – roffelroffel – Oyfo.

Hoe zegt u? OYFO. Percies. Logisch toch? Zoiets als you only live once (yolo) of die nieuwe kapsalon aan de Hengelosestraat in Enschede, Eloh (everybody loves our hair). Maar dan voor kunst en techniek, dus.
Marloes Jansink van Vanille (gespecialiseerd in identiteit en beleving, grootdenkers en wereldvermooieraars…) weet dat het even wennen zal worden. En Lous Kerkhof vindt dat het een prachtkans is om de naam te laden met daden. Tja.
Oyfo. Het klinkt als een centrum voor spiritisten, piskijkers en sterrenwichelaars. In Amsterdam had je zo’n centrum aan de Prins Hendrikkade, Oibibio van Ronald Heijn. Na een paar jaar was het failliet.

“Ik heb hier nog op school gezeten”, vertelt opa aan zijn kleinzoon, “de HBS. En daarna kwam ik bij Stork. Daar maakten we dit soort machines.” Het jongetje kijkt zijn opa bewonderend aan, zonder dwarsverbanden te leggen of daden te laden.
Niet alles hoeft door creabea’s, met een diploma van de klerkenschool, overdwars te worden uitgehold, mevrouw Kerkhof. Hoe zou u het vinden om zichzelf helemaal opnieuw uit te vinden als Lous Vlaflip, bijvoorbeeld?

Geplaatst in 2016, Columnist.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *