Het woord Gods

Op het Van Loenshof, tegenover het Holland Casino (dat de oude Hermesflat, inclusief de iconische tearoom, later de Chinees, heeft opgeslokt en verteerd) stonden twee vertegenwoordigers van God. Ze leken zo uit een Engelse detective-serie te zijn gestapt, de vrouw droeg een enkellange rok en een slappe burberryhoed, de man was volledig opgebouwd uit tweed. Voor de jongere lezer, dat laatste heeft niets met twitter te maken, zoals trouwens de hele wereld van social media volledig aan de man en de vrouw voorbij was gegaan.

Ze droegen hun blijde boodschap uit via gesprekken van mens tot mens, daarbij slechts ondersteund door een enkel, op bordkarton geplakt citaat uit de bijbel.

In tegenstelling tot agressieve vertegenwoordigers van het Ezelparadijs, Stichting Kinderwensjes , de Nicotineveteranen en de Onbaatzuchtige Groenvoorziening, die de rustige wandelaar op het Van Heekplein en bij het stadhuis tot een verkooppraatje proberen te verleiden (Ik wil u niets verkopen, maar mag ik u iets vragen…), hielden de bijbelventers het bij glimlachen en knikken. Ze leken vooral in gesprek met elkaar en de Heer.

Aan de overkant werd gebouwd aan een nieuwe Zuidmolen. De bouwvakkers floten naar passerende meisjes, die dat niet hoorden omdat ze oordopjes droegen. De ogen gericht op het schermpje van hun smartphone. Ook deze sympathieke bouwvaktraditie werd door de moderne communicatie gefnuikt en ontluisterd.

Maar goed.

Ik bleef even wachten tot de bijbelaars een prooi in hun netten hadden verstrikt. Dat duurde niet lang. Een vader die een dochtertje op zijn schouders droeg, vroeg nietsvermoedend de weg naar de MediaMarkt. Inkoppertje voor de schriftgeleerden. Die markt kenden ze niet…maar daar stond tegenover…dat God van alle markten thuis was… en Hij had hen tot Zijn media benoemd… Verder kwamen ze niet omdat het dochtertje de vader lelijk aan zijn haren trok en de man een hard “Scheisse” liet horen.

In de marketingbijbel staat dat zestig procent van de bezoekers van de Enschedese binnenstad uit Duitsland komt. De exegeten hadden het kunnen weten, als ze ook die variant van het heilige boek hadden gelezen. Dat hadden ze niet en omdat Westfalen en Nedersaksen kennelijk niet tot de doelgroep behoorden, lieten ze hun prooi, geschrokken door het S-woord, ontsnappen. De vader hinnikte even als een Rijnlandse hengst en steigerde, tot groot genoegen van het kind, in de richting van het stadhuis. Boven zijn hoofd hingen vlaggetjes waarop stond dat er in het Rijksmuseum Twenthe een tentoonstelling over het hart van de Renaissance werd gehouden. Daar kwamen de vader en zijn dochter niet voor. Maar misschien was het museum een betere plek om het woord Gods te verkondigen dan het Holland Casino.

Geplaatst in 2017, Columnist.