Kunst en etalagebenen

Het Mariakapelletje staat naast de oprit van Erve Naatsboer in Overdinkel. Twee jaar geleden werd het beeld van de heilige maagd ontvreemd en nooit teruggevonden. Ondanks de honderd euro beloning die burgemeester Sijbom uitloofde. De nieuwe Maria is een stuk kleiner en staat achter stevig traliewerk. Op zondagmiddag wordt de Moeder Gods bewaakt door een fors gebouwde man in een geel veiligheidshesje.

Is het al zo ver gekomen met de Mariavereerders, wil ik weten.
Dat is gelukkig niet het geval. De bewaker blijkt de buurman van Erve Naatsboer en doet hier vanmiddag zijn noaberplicht. De hogelijk geprezen B&B doet voor het eerst mee aan de Losserse kunstroute en heeft ruimte beschikbaar gesteld voor een aantal gastkunstenaars. Vanwege de verwachte toeloop en om eventuele parkeerproblemen te voorkomen is buurman gevraagd de bezoekersstromen in goede banen te leiden. Helaas is de opkomst van kunstliefhebbers minimaal, wat volgens buurman volledig te wijten is aan de buienradar. De mensen kijken niet meer naar buiten, maar op de computer. Als de radar een paar sombere wolkjes toont, blijven de lui binnen.

Misschien ligt het ook wel een beetje aan de kunst. Een in vilt uitgevoerde concertpiano van Susan Pinkster staat verscholen in de kapschuur van de boerderij. Het kunstwerk heeft haar beste tijd gekend tijdens de biënnale van Hengelo in 2011. De vleugel, waarvan het vilt inmiddels behoorlijk verschoten is, maakte deel uit van een art performance met een zanger van de Reisopera. De kunstenares heeft helaas geen tijd gehad om voor deze gelegenheid iets nieuws te bedenken.

Tja.
Gelukkig wordt het erf opgefleurd door de abstracte schilderijen van een Koreaanse schilderes uit het Duitse Borken. Kunst kent tenslotte geen grenzen en als het abstract is hoeven we er niets in te zien. Zelf zie ik liever een onbevlekt Mariabeeld.

Ook in Borne leeft kunst op straat. Vorige week onthulde de sympathieke volksvertegenwoordiger Pieter Omtzigt een in fel oranje gedacht artistiek monument voor het oude geld, een zitbank in de vorm van een euro. Oude munten en biljetten van de eerste twaalf eurolanden zijn ter lering en vermaak in de bank verwerkt. Nieuwe lidstaten zijn niet meegenomen. Ergens moet je een grens trekken. Zelfs in Borne.

Een week later test ik het bankje op bipsvriendelijkheid en communicatiesterkte. Voor de bips is hij wat aan de harde kant, maar communicatief scoort de ronde euro ruim voldoende. Ongevraagd laat een oudere heer weten dat hij erg blij is met de bank. Hij heeft last van “etalagebenen” en elke zitgelegenheid is welkom. Het was hem trouwens niet opgevallen dat de bank de vorm van een euroteken heeft. Op zijn leeftijd denkt hij nog altijd in guldens en daalders. Overigens, bekent hij met een schuldige grijns, zijn die etalagebenen een goede reden om niet met de vrouw elke winkel binnen te hoeven. Hij kijkt even achterom naar de levensgrote koe die voor Zuivelhoeve Henk het duurzame streekproduct symboliseert. De vrouw is binnen en proeft zachte kazen en harde worstjes. Op basis van eigen recept, zowel zonder als met kruidnagel, meldt Henk trots op zijn site.

We genieten samen van het Bornse zonnetje, tot de vrouw klaar is met inkopen. Dan springt haar man, onverwacht kwiek, van de eurobank en snelt haar achterna. Hoezo etalagebenen?

Geplaatst in 2016, Columnist.