Soep van De Zuil

Een van de meest respectabele panden aan de Hogelandsingel in Enschede, een verwaarloosde villa waar ooit het fameuze reclamebureau De Zuil haar illustere wereld creëerde, wordt na jaren van onduidelijkheid uit haar lijden verlost. Er komen 24 luxe zorgeenheden, zodat de welgestelde maar zorgbehoevende medemens er kan herstellen, of er de levensavond aangenaam kan doorbrengen. En de ochtend, met beschuit op bed, in de dezelfde villa waar ooit een van de meest bekende slogans uit de Nederlandse reclamegeschiedenis werd bedacht. Ik wil Bolletje.
Als klein mannetje liep, stepte en fietste ik acht jaar lang, vier keer per dag, langs de statige villa’s aan de Oliemolensingel en Hogelandsingel. Heen en terug naar school en kerk. De mensen die in de villa’s woonden zag je nooit, hun kinderen speelden niet op straat en het personeel handelde de leveranciers af. Daarom was het zo wonderlijk dat ik, begin jaren zestig, één keer in een van die villa’s binnen mocht. Inderdaad, de villa waar toen net reclamebureau De Zuil was gevestigd.
Dat kwam zo. Bij ons in de straat woonde een gezette, guitig ogende heer, die in een Mercedes 180 reed. Voor die tijd en in onze straat was dat een behoorlijk luxe wagen. Maar de chauffeur was dan ook niet zomaar iemand. Het was De Dikke Meneer van de reclame voor rijk gevulde soep uit blik. In kranten, tijdschriften en op kleurige posters die overal in het land hingen keek hij je aan. Olijk roerend in een dampende ketel, een koksmuts schuin op zijn bolle besnorde hoofd. Vandaar dat ik hem vrolijk toezwaaide, wanneer hij mij af en toe, op weg naar school passeerde.
Op een gure novemberochtend, het regende ijswater en bladeren, stopte hij de Mercedes op de hoek van de Marthalaan en vroeg of ik een lift naar school wilde. Dat kon geen kwaad, leek me. Een soepkok was geen kinderlokker. In de auto vroeg ik in welk restaurant hij werkte. Daar moest hij om lachen. Hij werkte niet in een restaurant, maar bij een reclamebureau waar ze de soepadvertentie hadden bedacht. Hij was illustrator en een collega vond dat hij precies het goede hoofd had om een gezellige kok te kunnen spelen. Aan mijn gezicht las hij kennelijk af dat mij dat nogal teleurstelde. Dus stelde hij voor om tussen de middag op zijn kantoor te komen, waar hij me een grote poster van de advertentie zou geven. Zo kwam het dat ik, schoorvoetend, de villa binnen mocht. Een illusie armer, maar een affiche rijker.

Geplaatst in 2016, Columnist.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *