Schaamhaar en maffia

Op de tweede en derde etage van Boekhandel Broekhuis, tegenover de voormalige De Slegte, bevonden zich de literaire restanten van wat er nog over was van De Slegte. De mottige geur was helaas verdwenen. Niet alles is verplaatsbaar. De derde etage werd opgevrolijkt door beeldende kunst. Daar kwam ik niet voor. Ik was op zoek naar een boek.

Op een stoel bij het raam zat een oude man. Hij las. Buiten regende het zachtjes. De man droeg een pet en een leren jasje, dat deed denken aan het uniform van de morsige journalistiek van een paar decennia geleden. Ik vond niet wat ik zocht en bekeek daarom – het regende – de schilderijen en sculpturen, die mooi contrasteerden met de tweedehands literatuur. Ze waren gemaakt, las ik, door Wim Kamphuis.

De oude man stond op en kwam naast me staan. Hij zei dat ik niet moest proberen betekenis aan de werken te geven. De werken hadden geen betekenis. Hij keek me fel aan. ‘Ik ben namelijk de kunstenaar,’ bekende hij. ‘Dat geeft toch niks’, probeerde ik hem gerust te stellen, maar het kwaad was al geschied. Had ik me wel eens in de zwaartekracht verdiept of in radiogolven? Voor ik daar op kon antwoorden liet hij zien hoe de schaduw van een touwtje, dat volstrekt willekeurig uit een doek bungelde, dat doek oneindig vaak kon veranderen.

Hij was trouwens tachtig en autodidact. Zijn hele familie zat in de kunst…die uitvergrote doeken in de Zuiderhagen waren van Ivo… de zoon van zijn broer…die zelf fotografeerde en veertig jaar amanuensis van de kunstacademie was geweest. Overigens had hij geen contact meer met zijn familie… allemaal kunstmaffia. En ook de horeca rond de Oude Markt bestond uit maffia. Als je een rondje aan zeven man gaf was je 35 euro kwijt.

In het Bolwerk mocht hij trouwens toch niet meer komen. Hij had geen idee waarom en hij ging het ook niet vragen. Maar hij had wraak genomen door een serie werken over die maffia te maken. Dat zou ze leren. Hoewel… daar waren ze niet slim genoeg voor.

We bleven staan voor een object dat in een zeshoekig raamwerk hing. Het leek of iemand zijn Philishave met een baard van een week had geleegd boven een blanco vel papier. Waarschijnlijk een ouder werk, omdat de haren rossig waren en de kunstenaar inmiddels een volle grijze baard droeg. Dat bleek niet het geval, het werk was van recenter datum. Schaamhaar, grijnsde de kunstenaar, in antwoord op mijn fronsen.

Ook daar moest ik verder geen betekenis aan hechten.

Geplaatst in 2017, Columnist.