Pasfoto met hond

Omdat we toch in Oldenzaal waren, kon ik mooi pasfoto’s laten maken. Er zit een FotoSjop aan de Haverstraat. Behalve die spelling was er niks mis met de winkel. Ik ging op een kruk zitten en zette mijn gezicht op neutraal. “Met of zonder bril?” vroeg de fotograaf. “Is dat duurder?” wilde ik weten. “Nee, maar de bril mag geen schaduw op uw gezicht werpen en u mag alleen een pruik dragen als u er medische of levensbeschouwelijke redenen voor hebt.”
“Dit is mijn eigen haar,” zei ik. “Dat geeft niks,” vond de fotograaf.

Voordat ik met mijn ogen had kunnen knipperen, was de opname klaar en moest ik wachten op de afdrukjes.

Er kwam een oudere mevrouw binnen. Met een hondje. “Maakt u pasfoto’s ,” wilde ze weten. “Nee hoor, al een jaar of vijf,” antwoordde de fotograaf ad rem. De vrouw keek hem niet begrijpend aan. “Ik wil een foto van mij met Kenau,” verklaarde ze zich nader. “Maar wel als pasfoto, begrijpt u.”

De hond heette kennelijk Kenau.

Nu was het de beurt aan de fotograaf om niet begrijpend te kijken. “Een foto van u met uw hond kunt u niet voor een paspoort gebruiken. Of een ander officieel document.”
“Dat snap ik,” glimlachte de vrouw. “Maar ik heb geen paspoort nodig. Ik ga niet op reis. Ik ben nooit getrouwd geweest, dus ja…”

Het gesprek begon tamelijk onwerkelijk te worden. De fotograaf keek me aan en trok zijn schouders op.

De vrouw ging op de kruk zitten en tilde de hond op. “Ik collecteer voor de Hartstichting en het Wilhelminafonds. En soms voor de reuma. Dan neem ik de hond mee. Voor de gezelligheid, maar ook omdat de mensen meer geven als ik haar bij me heb.” Ze trok de snoet van Kenau tegen haar gezicht en lachte in de camera. De hond likte haar wang. “Echt waar. Ik heb het gecontroleerd. Het scheelt bijna het dubbele. Daarom wil ik haar samen met mij op mijn nieuwe persoonsbewijs voor collectanten.”

De fotograaf drukte af en de vrouw wachtte, net als ik, op het resultaat. Het hondje keek me met een schuin hoofd aan, alsof ik overgehaald moest worden om mijn geld in een collectebus te gooien. Ik snapte wat ze bedoelde.

“Waarom heet ze Kenau?” vroeg de fotograaf, terwijl hij mijn pasfoto’s in een hoesje stopte.
“Tja, ze kan behoorlijk vals worden als de mensen niets geven. Of maar een paar dubbeltjes.”
De fotograaf trok zijn wenkbrauwen op. “Hoe weet ze dat?”
“Omdat ik met de collectebus rammel.”

Geplaatst in 2017, Columnist.