De Rode Wolf van Weleveld

Landgoed Weleveld nabij Zenderen is ten onrechte een van de minst bekende landgoederen van Twente. Dat ligt niet aan Eric Kwint, die het erfgoed van zijn charmante en gastvrije vrouw Carleen Hänisch ten Cate met overtuiging onder de aandacht van het historie- en natuurliefhebbend publiek brengt.

Sinds we er een paar jaar geleden mijn thriller De Zaak Groen ten doop hielden (nadat Eric mij een voorzetje had gegeven in de vorm van een zelf verzonnen moord in zijn beeldentuin) bleven we contact houden. We bekeken vorig jaar de gloednieuwe negen holes golfbaan in de achtertuin, die hij na een strijd van bijna twintig jaar op de instanties had veroverd. Nog nooit een golfbal geslagen, bekende de oud-gezant van Nederland op onder andere de Filippijnen, bij die gelegenheid met gepaste trots. Maar vandaag ligt er een heus golfpark: uitdagend, ruig en elke keer anders, meldt de website.

Vorige week mochten we een vorkje mee prikken uit Het Groene Ei, een sophisticated barbecue met door de NASA ontwikkelde hitteschilden… Vogels van allerlei pluimage (volgens Kwint) deelden in de culinaire gastvrijheid. Terwijl de gastheer zijn Groene Ei opwarmde, stuurde hij het gezelschap op zoek naar de Geest van de Rode Wolf van Weleveld.

Wie de weg naar het Jachthuis oprijdt, ziet vanzelf de door Kwint bedachte beeldentuin, met uit cortenstaal opgetrokken tweedimensionale middeleeuwers. Maar de Rode Wolf, een werk van de Bornse kunstenaar Carel Harberink, bleek moeilijker te vangen. Ondanks erkende kunstspeurders als Han en Winnie Westendorp, op wier Heidegoed ’t Kluenven bij Beckum de Geest van de Rode Wolf vorig jaar zomer werd tentoongesteld.

Gelukkig is er ook een echte ridder in het gezelschap. Marianne Hammink, sinds vorig jaar ridder in de orde van Oranje-Nassau, wegens maatschappelijke betrokkenheid en inzet op cultureel en economisch gebied voor de Almelose samenleving. Samen met man Jan vierde ze toen het 25-jarig bestaan van hun Theaterhotel. En ze blijkt nog steeds een scherp oog voor de culturele omgeving te hebben. Want zij ontdekt, op de kop van ’t Allee bij het Weleveldse voetpad, niet ver van de Hertmerweg, de uit rood staaldraad vervaardigde Wolf.

De wolf staat symbool voor Weleveld, vertelt Eric Kwint als we aan het voorgerecht – zalm gerookt op Welevelds eikenhout – zitten. Het oorspronkelijke wapen van het landgoed toont een rode wolf op een gouden veld. De naam Weleveld komt van Welfsveld en betekent wolvenveld. Vandaar. Twee andere wolven van staal staan al sinds 2003 op de maisakkers. In de zomer zijn ze verborgen door het hoge mais, in de winter komen ze weer tevoorschijn. Mooi toch…

Het is de laatste dag van de zomer, de zon schijnt op het erf van het Jachthuis en de boer verstoort de cultureel-maatschappelijke kout tijdens het hoofdgerecht, door zijn hooi in recordtempo in balen te persen.

Dat moet ook gebeuren, op Weleveld.

Geplaatst in 2016, Columnist.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *