In het Volkspark werd de Paaskermis opgebouwd. Naast de vloer, waar over een paar dagen pubers in botsautootjes hun razende hormonen vrijelijk op elkaar mochten richten, stond een oudere jongen gebogen over het stuur van zijn fiets. Hij schudde bedachtzaam zijn hoofd en nam een trek van een zuinig gerold sjekkie. ‘Stom gedoe, man, botsauto’s,’ meende hij ongevraagd. ‘Waarom dat zo?’, wilde ik weten. ‘Gewoon, je kunt nergens heen en het duurt veels te kort’.
Het eerste argument was nogal filosofisch, het tweede eerder commercieel. Maar ja. Draaien we niet allemaal zinloos rondjes op de wereld, om te botsen op onze tekortkomingen en daarna te moeten constateren dat het leven veel te kort is?
‘Vroeger zat ik altijd in de botsautootjes,’ ging de jongen verder. Vanaf het moment dat de kermis open ging, tot de laatste ronde. Ik was helemaal verslaafd aan die stomme dingen. Echt waar. Al mijn geld ging er aan op. En nooit iets anders, hè. Niet in de draaimolens of het reuzenrad. Alleen botsautootjes.’
Hij schudde weer met zijn hoofd alsof hij het zelf niet kon geloven. Maar in zijn ogen las ik nostalgie naar de tijd dat hij al zijn geld kon uitgeven aan zinloos vermaak.
‘Waarom ben je er mee opgehouden?’ vroeg ik. ‘Mijn vriendin,’ zei hij. Die botste kennelijk met zijn liefhebberij, begreep ik. Ik probeerde invoelend te kijken, maar ik kon de vriendin niet helemaal ongelijk geven. Op een gegeven moment wil een vrouw een echte vent, met een echte auto. Op een bepaalde leeftijd worden botsautootjes kinderachtig, net zoals de rest van de kermis, attractieparken, de bioscoop en vak-P. Ingeruild voor de meubelboulevard, funshoppen, Netflix en Fox Sports. Tel uit je winst. De jongen stapte op zijn fiets en verliet mismoedig het kermisterrein.
Ik liep verder langs het spookhuis, volgens de uitbater het grootste van de Benelux en vooral in Duitsland en Oostenrijk populair. Die landen kon je nog bang maken met wat poppenkast, Nederlanders waren daar te nuchter voor. En Tukkers kreeg je al helemaal niet op de kast. Maar de spoken hadden nog een gaatje in hun agenda en daarom stonden ze met Pasen in Enschede.
Misschien was het een idee voor agit-prop kunstenaar Tinkebell. In plaats van een haan en twee lullige kippen in Concordia, een real-life spookhuis op kermissen exploiteren, met beunhazende bankiers, uitgescheten politici, milieuverontreinigers en ander slecht volk, waar je voor een ouderwets kwartje met tomaten en rotte eieren naar mocht gooien. Dat was ook geen kunst, maar het luchtte misschien een beetje op, wanneer je de botsautootjes was ontgroeid.