Enschede bruist

Deze week zou Willem Wilmink tachtig zijn geworden, als hij niet al in augustus 2003 was overleden. Waar blijft de tijd? Om de dichter te eren ben ik een paar keer op het Hogeland door de Javastraat gelopen, waar hij op nummer 167 werd geboren en op nummer 43 is gestorven.

Voor zijn geboortehuis ligt een gedenksteen met het gedicht: Ons huis van vroeger.

‘Ik kwam ons oude huis weer tegen, waar ik mijn broertje heb gekregen. En weet je wat ik zag? Andere mensen achter de ramen. Andere mensen met andere namen…’

Daarna dronk ik op de dichter een Duvel in het Bolwerk en ik keek naar de gevel van Boekhandel Broekhuis, waar kunst- en decoratieschilder Freddy Hoevers uit Almelo op een steiger bezig was om Willems beroemde treurdicht over Enschede te kalligraferen. Textielstad. Freddy schilderde net de laatste strofe, waarin het uitgeteerde hart van Enschede is vervangen door de kale boelevart, met postkantoor en V&D. Het postkantoor is natuurlijk allang verdwenen en inmiddels hebben ook Vroom & Dreesmann hun middenstandsbijltje erbij neergegooid. Das war einmal.

Het goede nieuws is dat “modekoning” Ad Heijne terugkeert… uit Hengelo, dat in zijn ogen niet bruist en waar zijn klanten op een leeg plein naar lege etalages moeten koekeloeren. Enschede bruist volgens Ad wel en daarom gaat hij er, volgend jaar maart, aan het gloednieuwe Koningsplein, een deftige zaak openen. Zijn klanten willen beleving en recreatief winkelen, dat kan in Enschede , waar ook de huidige Zuidmolen een facelift krijgt.

Zou Wilmink dat daarboven geloven? Enschede als beleving en als stad om fun te shoppen? Zelfs met de trein kun je weer verder, naar Münster en Dortmund, nota bene langs het bruisende Wilminkplein en het Wilminktheater. Het moet niet gekker worden, hoor ik de dichter brommen. Voor zo’n bescheiden mens is het misschien wat veel van het goede, al die postmortale aandacht. Toen ik hem ooit mocht interviewen, eind jaren zeventig, en ik hem vroeg waar ik met hem kon afspreken, vond hij dat ik geen moeite hoefde te doen. Hij kwam wel bij mij thuis…

Enfin.

Op zijn geboortedag, 25 oktober, is het muurgedicht, aan de gevel van de geheel vernieuwde en bruisende boekhandel, onthuld door Willems vrouw Wobke en Herman Finkers. Diet Gerritsen, die de hoofdrol vertolkte in Wilminks Pathmosprinses, zingt bij die gelegenheid een paar van zijn liedjes. Ik denk dat als de auteur zijn eindpunt van de trein zo pontificaal ziet staan, zittend tussen de textielbaronnen achter het raam van Hotel de Graaff, hij zich achter de oren krabt. Hotel de Graaff is weg, Enschede is geen textielstad meer, bijna geen heeft hier nog weet van die oude gelatenheid en leed. Waarom dat weer oprakelen, als je zoals boekhandelaar Kees Schafrat, hart voor je stad hebt en weet waar je koopt?

Opdat wij niet vergeten. Waarschijnlijk.

Geplaatst in 2016, Columnist.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *