Levenskunst in Deep’n

Na drie kastelen hebben we ’t wel gezien. Hoeveel Diepenheim kan een mens aan? En of dat nog niet genoeg is, stuiten we op de terugweg op Maaiki, die een sisterdag houdt in haar levenskunstgalerie aan de Haaksbergerstraat. We bestrijden de Schimmelpenninckjes, de Vosjes van Steenwijk en de geest van Prinzessin Armgard zur Lippe-Biesterfeld in Irma’s Café onder de platanen.

De voormalig exploitante van de legendarische Bills Bar in Markelo, is er sinds mei vorig jaar neergestreken met food, drinks & friends. Meneertje Manuel schijnt er na gedane zaken te defibrilleren in de rookruimte.

Irma heeft de top duizend op staan. Glen Miller wisselt net zo makkelijk van plaats met Normaal als de Cats met Vicky Leandros.

Nicole draagt een beetje opgewarmde vrede uit. Zoveel tijd hebben we niet. De eenzame wandelaar aan het tafeltje naast ons tikt tegen de rand van zijn hoed en wenst een prettige namiddag samen. Hij moet voor het donker in Goor zijn. In de verte, onder de platanen, doet hij denken aan de broer van Prins Bernhard, Aschwin, die hier zijn voetstappen heeft laten liggen, terwijl hij zijn moeder en haar “huisgenoot” Alexis Pantchoulidzew kwam bezoeken op Huis Warmelo.

Warmelo is het laatste kasteel dat we hebben gespot. Omdat de poort niet op slot zit, meent de verloofde van de gelegenheid gebruik te mogen maken om naar binnen te glippen en de schimmeltjes in de stallen te aaien. Tja. Als die stallen konden praten.

Terwijl Pantchoulidzew de kleindochters van zijn minnares – Beatrix, Irene, Margriet en Marijke – op Huis Warmelo leert Reiten, steelt Onkel Aschwin de Franse vrouw van Vollrath Gotfried von Watzdorf, een goede vriend van moeder Armgard. Mijn tante Ria, kindermeisje bij de Watzdorfjes, is er tot haar dood verontwaardigd over.
Pantchou en zijn vriend Bernilo (Bernhard) kunnen daar uiteraard niet mee zitten.

Op voorspraak van ZKH doet de Rus, die inmiddels tot Nederlander is genaturaliseerd, mee aan de Olympische Spelen in Stockholm. (De paarden mogen niet naar Melbourne.) Hij hoeft zich niet te kwalificeren. Hij is inmiddels 67 en haalt in een veld van 36 deelnemers een knappe 28ste plek. Pantchou is nog steeds de oudste Nederlandse deelnemer aan de Spelen en de enige in ’56, toen Nederland in Melbourne verstek liet gaan, vanwege Suez en Hongarije.
Als dank geeft hij in 1960, in Zwitserland, een briefje aan een Lockheedmedewerker, met zijn naam en een bankrekeningnummer, waarop één miljoen dollar gestort moet worden. Smeergeld, bestemd voor Bernilo.

Alexis Pantchoulidzew sterft in 1968, op 78-jarige leeftijd.
Hij ligt begraven op de algemene begraafplaats van ’t stedeke Deep’n.

Geplaatst in 2017, Columnist.